Hoe Sander korte metten maakte met zijn pesters

Volgens zijn moeder heeft Sander van 9 wat hulp nodig met rekenen. De tafels willen er maar niet in en dat levert thuis frustratie, strijd en verdriet op. Ook heeft zijn zelfvertrouwen daar een deuk van opgelopen. We gaan aan de slag met hoofdopruimen. Hij zegt geen zelfvertrouwen te hebben. Hij zegt over zijn 1e tekening dat er niks leuk is in zijn leven. Twee pesters op school, daar heeft hij het meeste last van. Die tekent hij ook in zijn hoofd. Zijn familie zit in een zakje bij zijn borst, maar die zitten gevangen in een kooi. Alles van school loopt zo zijn hoofd uit via een rioolpijp. Er is helemaal geen plaats voor het onthouden van al die tafels! Moeder is verbaasd, ze wist wel van de pesters, maar niet dat het zo groot is in zijn hoofd.

Vóór het opruimen


Wie Sander enorm irriteert is Berend. Een vervelende jongen die hem meerdere keren per week omver beukt voor de lol. Als ik hem vraag welk gedrag hij op zo’n moment nodig heeft van zichzelf noemt hij “voor mezelf opkomen”.
We ontladen eerst het gevoel dat hij krijgt als de pestkop op school op hem afkomt lopen om hem om te beuken. Warme boosheid in zijn hoofd. Als een bommetje, die haalt hij eruit en gooit hem op Berend, gooit de restjes in een vuurtje en gooit die restjes weer in een afgrond. We doen de anti-pestoefening erachteraan voor deze pester. Dat vindt Sander leuk. We doen een circle of excellence en vullen deze met alle eigenschappen die Sander nodig heeft bij een volgende ontmoeting met zijn pester. Hij gebruikt hiervoor zijn eigen hulpbronnen uit positieve eigen ervaringen.

Een andere pester is Kees, die hem online een lelijk woord noemde vanwege zijn online naam. Die vindt hij minder erg dan Berend, dus daar wil hij vandaag niks mee doen.

Gewenst hoofd

We gaan verder met zijn hoofd, zoals hij het zou willen. Deze is al veel rustiger en hij weet precies wat hij overal voor wil maken. Een waterpolo cap voor sport. Een das voor Scouting. Een VIP-huis voor zijn familie. Een poepscheetkussen voor leuke dingen. Een koektrommel voor vrienden. Een zonnebrilhoofd voor vakantie, een hut met een hamer voor knutselen. Voor school en kennis maakt hij een blad.

Daar coachen we naar toe en hij tekent het hoofd zoals hij het gemaakt heeft. Voor de stomme dingen tekent hij een galgje met de pester eraan met een bewaker erbij.
Eigen regie, hè 😉

Na het opruimen

 

Twee weken later komt Sander weer.

Ik zag vandaag een hele andere Sander. Hij kwam zelfverzekerder over en van de negativiteit van de vorige keer was niets meer over. De pester Berend is volgens hem verleden tijd. Toen ik vroeg hoe dat kwam, zei hij met een brede grijns: “Nou, sinds jij hebt gezegd hoe ik moet gaan staan, ziet hij ineens hoe groot ik ben en doet hij me niks meer!” Dat zorgt voor ruimte in zijn hoofd, nu dat uit de weg is. Nu Sander weet hoe hij sterk moet staan, laat Berend hem met rust.

We gaan het schoolhoofd maken en hij kiest de tafel van 6 om samen te oefenen.

Schoolhoofd

Hij is een hele snelle denker en is enorm creatief in zijn denken. Ik zie ook wat ongeduld bij hem. Onzekerheid kwam weer een beetje boven toen we aan het 100-veld en de tafels begonnen. We hebben vandaag de helft van de tafel van 6 kunnen doen. Toen was de koek op.

4 weken later komt hij weer. Het gaat goed met hem. Alleen is er iets gebeurd wat hij niet zo leuk vindt. Berend, de voormalig pester, is namelijk bij hem in de klas gekomen. En dat vindt hij en andere kinderen uit zijn klas niet leuk. Van Berend heeft hij qua pesten geen last meer, maar hij is lastig in de klas. Hij verveelt de andere kinderen en houdt ze van het werk af. De juf zegt dat ze er maar het beste van moeten maken en dat snapt hij wel. Het is niet anders.

Kees is een groter probleem nu. Die zit in groep 7. We ontladen een naar fragment, waar Kees op hem af komt. Er komt een naar gevoel, plaatje en gedachte op. We doen de anti-pest oefening en daarna wil hij een tekening maken van Kees waar hij er belachelijk in uitziet. Dat haalt de kracht van Kees weg. De tekening gaat hij vanavond bij de scouting in het kampvuurtje gooien.

Dan gaan we de tafel van 6 oefenen. We zijn ruim 25 minuten bezig en het kost hem veel moeite om dit te automatiseren. Auditief, met beweging (stampen), opschrijven en zien. We gebruiken ze allemaal en ook gecombineerd. Uiteindelijk zit de tafel er redelijk in als mama terugkomt. Ze is onder de indruk.

We praten nog even na en Sander vertelt dat hij er verdrietig van wordt over hoe hij zich voelt als hij een toets moet maken op school. Hij weet dat hij niet snel genoeg werkt, maar hij wil het wel graag af hebben en gaat dan gehaaster werken, waardoor het fout gaat, en daar heeft hij dan weer spijt van. Maar dan is het al te laat, want hij heeft het dan al ingeleverd. Hij irriteert zich dan heel erg aan zichzelf. Hij voelt dit over zijn hele lijf, maar vooral bij zijn nek, die voelt alsof er 2 palen in zitten van titanium. Hij zegt dat deze nog niet weg kunnen. Dat kán gewoon niet. Hij blokkeert, is gefrustreerd dat het niet lukt en is verdrietig. Hij heeft genoeg gehad. We besluiten te stoppen voor vandaag en dit de volgende keer te onderzoeken.

Moeder vertelt dat hij best wat extra werk meekrijgt van school en ook dat is natuurlijk niet heel leuk. Hij wil na school het liefst iets leuks doen en dan moet hij weer extra werk doen. Ik geef hem nog een toetje door een goed gevoel, plaatje, gedachte en geluid te maken en we spreken een volgende datum af om deze faalangst te gaan aanpakken. Hij wil er wel graag van af.

Twee weken later komt Sander weer. Thuis oefenen ze de tafels m.b.v. tafeldiploma.nl. Dat gaat best goed, maar het meest vervelende hieraan vindt hij de toets ná het oefenen, daar zit tijdsdruk achter.

Tafeldiploma toets wordt meteen de 1e stip die we gaan ontladen. Het voelt als een grijze grijzelaar die met een hamer op zijn borst slaat. De hamer gaat in de vulkaan, de grijzelaar krijgt een taakstraf, 3 jaar lang mediteren en massage leren en dan krijgt hij een baan in masseren. Dan is hij niet eng meer, maar een zielig klein mannetje. Heerlijk die fantasie van Sander en hoe hij zijn eigen oplossingen bedenkt.

De pesters komen dan weer om de hoek kijken, Het voelt alsof er een telefoon trilt in zijn borst als de 2 pesters Berend en Kees op hem af komen lopen. Kees is nu de ergste. Berend niet meer. Sander kan de brok die hij in zijn keel voelt niet wegnemen. Hij zegt dat het net is alsof er iets is, dat ervoor zorgt dat de acties die hij wil doen, niet lukken, doordat er iets sterker is dan hemzelf die de zaak saboteert. Als ik daarop doorvraag blijkt dit een negatieve Sander te zijn die in zijn lijf zit en die de baas is. Die wil hij weg hebben. Hij mag eruit en in de vulkaan. Hij zet een positieve Sander alvast klaar en die mag er na het schoonmaken in. Dan lukt het wegnemen van de brok in zijn keel meteen en snel ook.

We MatriXen ook nog zijn naarste ervaring met Kees. Die zei een lelijk vloekwoord tegen hem en zijn vrienden en toen Sander terug fluisterde dat hij dat zelf was, kreeg hij een trap tegen zijn stuitje. De pijn stopt hij in een glazen pot met deksel en die mag in de mond van Kees. Zijn fantasie is eindeloos. Hij zegt dat de pesters hem het meest kapot hadden gemaakt van binnen…

We doen een oefening met waardenwoorden. Hij zoekt waardenwoorden uit die hij al heeft of ervaart en woorden die hij graag zou willen kunnen of zijn.

Kolom 1: Heb ik, ben ik. Kolom 2: wil ik. Kolom 3: heb ik of ben ik echt niet

De waardenwoorden van Sander

Bij het kaartje “ergens goed in zijn”, stel ik vragen. “Is er wel eens iemand die jou helpt, terwijl je het eigenlijk best zelf kan?” Meestal niet. Pappa zegt juist dat hij het best eerst zelf kan proberen. Dan is hij trots dat het lukt. “Dus in knutselen ben je best wel goed?”,vraag ik. “Ja!”, antwoord hij blij.
Zijn leraar, heeft 2 x iets naars tegen hem gezegd toen hij niet snel genoeg werkte. Hij keek er ook heel boos bij en zei: “WAT DOE JIJ NOG EIGENLIJK OP SCHOOL!” Dat heeft Sander erg geraakt en hij voelt zich daardoor dom.

Weer vier weken later. Van Kees heeft Sander geen last meer. Hij is een soort van verslagen en elke keer als Kees op hem afkomt prikt hij Kees met een lach in zijn buik. En dan stopt het. Berend is een stuk liever geworden nu Kees niet meer zo sterk is.

De negatieve Sander is weggebleven. De positieve kant van de negatieve komt alleen even om de hoek kijken als hij voor zichzelf op moet komen. En dat is ok.

We nemen de waardenwoorden van de vorige keer door. Alles wat bij “willen” en “heb ik echt niet” stond mag al snel naar “heb of ben ik”. Wat een transformatie in de afgelopen weken! We maken allebei een tekening. Ik teken Sander en zet alle positieve waarden erbij. Die wil hij meenemen. Hij maakt zelf ook een krachtige tekening en we kletsen ondertussen. Hij laat me een filmpje zien van de boomplantdag van de scouting waar hij trots op is.

Ik zeg dat ik denk dat we klaar zijn en dat hij het vanaf nu echt zelf goed kan. Hij straalt als hij zegt: “Daar ben ik het mee eens!”